Goudsmits poedels in de prijzen
Philip en Sara Goudsmit komen in 1930 in Apeldoorn wonen met hun vijfjarige dochter Carolina. In 1935 krijgen ze nog een dochter die ze Frouwke noemen. Philip is oorspronkelijk slager, maar werkt als hoofdvertegenwoordiger voor de Rotterdamse firma Osmond & Zonen die handelt in dierenmedicamenten en veevoeder. Zijn belangrijkste hobby is daaraan gerelateerd: Philip en Sara fokken honden en konijnen.
Als kersvers lid van de Apeldoornsche Kynologenclub wint Philip in 1930 de eerste prijs met zijn Duitse dog ‘Boy’. In de volgende jaren gooit Goudsmit vooral hoge ogen met zijn poedels. In 1932 bezoekt de Nieuwe Apeldoornsche Courant de kampioenschapstentoonstelling in de Apeldoornse Eierhal: “Nog nooit zagen wij zoo'n prachtcollectie Poedels bijeen. Onze plaatsgenoot de heer Goudsmit had een schitterend succes. Hij exposeerde vader, moeder en vier jongen, waarmede hij de eereprijzen voor beste en beste zelfgefokte inzending der tentoonstelling behaalde.” In datzelfde jaar wint Goudsmit op de internationale hondenshow in Scheveningen de “definitieve kampioensprijs” met poedel Biban.
Vervolgd
Wanneer Duitsland in mei 1940 Nederland bezet, heeft de familie Goudsmit net een nieuwe woning betrokken aan de Sterrenlaan. Maar dan gaat het snel bergafwaarts; de familie Goudsmit is namelijk Joods en ook zij wordt in toenemende mate geconfronteerd met anti-Joodse maatregelen van de bezetter. In eerste instantie komen die vooral neer op een geleidelijke inperking van de bewegingsvrijheid.
Maar bij een bliksemactie op 9 oktober 1941 pakken de Duitsers in Apeldoorn 13 Joodse mannen op. Philip is een van hen. De mannen worden naar concentratiekamp Mauthausen gedeporteerd waar Philip drie weken later, op 31 oktober 1941, vermoord wordt. Zijn twaalf Apeldoornse lotgenoten zijn dan al dood.
Sara, Carolina en Frouwke blijven achter in Apeldoorn. Carolina vindt werk als kapster in Het Apeldoornsche Bosch en Frouwke gaat naar Joodse School, want ze mag als Joods meisje niet meer terug naar de Heuvellaanschool.
Onderduiken
In het najaar van 1942 besluit Sara dat het tijd wordt om onder te duiken. Dat lukt, eerst in Apeldoorn en daarna op verschillende adressen in Amsterdam. Ze hebben geluk en worden niet gevonden. Na de bevrijding keren ze terug naar Apeldoorn en naar hun huis aan de Sterrenlaan.
Hier proberen ze de draad weer op te pakken en afgaand op de Nieuwe Apeldoornsche Courant van 27 juli 1948 lukt dat in elk geval tot op zekere hoogte: “Clubmatch van de A.K.C. - De beste hond der middelgrote rassen: poedel ‘Cherylda’ van mevrouw Goudsmit-Meyers, Apeldoorn”.
Van de oorlogsjaren herinnert Frouwke zich later alleen wat flarden, maar ze houdt er wel lichamelijke en psychische klachten aan over die haar de rest van haar leven parten blijven spelen.
(Met dank aan Frans de Heus)