Dorpsstraat wordt Hoofdstraat
Op 13 juli 1917 besluit de Apeldoornse gemeenteraad dat de Dorpstraat voortaan Hoofdstraat moest heten. Aan dat besluit is de meest enerverende, spannende en inspirerende periode in de geschiedenis van Apeldoorn voorafgegaan. In het laatste kwart van de negentiende eeuw raakt het rustige Veluwse dorp bevangen door een ongekende energie en ontpopt het zich tot een moderne stad met allure.
Als er één startdatum voor deze ontwikkeling moet worden aangegeven, dan moet dat 13 mei 1876 zijn. Op die dag verricht koning Willem III de officiële opening van het Oranjepark, de Oosterspoorlijn én het nieuwe station.
Apeldoorn ontwikkelt zich vervolgens tot een magneet voor mensen die in een mooie omgeving willen wonen, met veel natuurschoon, gezonde lucht en ruime kavels waarop ze hun villa’s kunnen bouwen. De nabijheid van Paleis Het Loo, dat in deze tijd ook daadwerkelijk het woonverblijf van koning Willem III en prinses, later koningin Wilhelmina is, zorgt voor extra grandeur.
Veel ondernemers zien de potentie van Apeldoorn en openen winkels in het hogere segment. De Dorpsstraat wordt een levendige winkelstraat met een aantrekkelijk en veelzijdig winkelaanbod waarin de welgestelden boodschappen kunnen doen op stand. Architecten als Jan A. Wijn en Andries van Driesum trekken fraaie winkelpanden op in de elegante Jugendstil.
Dat deze straat geen ‘dorpsstraat’ meer is lijkt evident, zeker voor de plaatselijke middenstand die daarom in 1917 voorstelt de naam te veranderen in Hoofdstraat. De gemeenteraad, die dit soort besluiten neemt, is minder unaniem. De helft van de raadsleden begrijpt niet waarom de naamsverandering nodig is: wat is er mis met de naam ‘Dorpstraat’? En wat als er later misschien een belangrijkere straat dan de Hoofdstraat wordt aangelegd; moet díe dan niet Hoofdstraat gaan heten?
De voorstanders van de naamsverandering beargumenteren dat Hoofdstraat beter past bij een gemeente die zijn dorpse karakter heeft verloren. En als de middenstand er nou baat bij zegt te hebben, waarom dan niet? Bovendien kost het de gemeente op een paar nieuwe straatnaambordjes na geen cent...
Onder het uitspreken van de dooddoener “We moeten niet altijd achteruit, maar ook vooruit zien” wordt de naamsverandering uiteindelijk met 12 tegen 11 stemmen aangenomen.