Eerste steenlegging Tima Fabriek
Op de plek waar eeuwenlang papiermolen ‘t Slop heeft gestaan wordt in 1897 begonnen met de bouw van een fabriek tot het vervaardigen van tricotwaren en andere gebreide goederen. Eerst heet ze nog Firma Möbus en Panhuyzen’, maar al snel wordt ze bekend als de N.V. Textiel Industrie Maatschappij Apeldoorn, ofwel TIMA.
Initiatiefnemers van de fabriek, die zich een wereldwijde reputatie zal verwerven, zijn de uit Duitsland afkomstige fabrikant Georg Christoph Möbus en de in Amsterdam wonende agent in manufacturen Hendrikus Panhuijzen. Het leeuwendeel van de 300 a 400 werknemers van de TIMA is in die tijd rond de 14-15 jaar, zowel jongens als meisjes. De meesten van hen zijn afkomstig uit de dorpen die ten noorden van Apeldoorn liggen, langs de spoorlijn naar Hattem. Voor hun woon-werkverkeer sluit directie van TIMA een overeenkomst met de Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maatschappij, die een trein laat rijden van Hattem naar Apeldoorn en terug.
De TIMA-fabriek is een ontwerp van de Apeldoornse architect Jan Albertus Wijn, opgetrokken in Neorenaissance stijl. De totale vloeroppervlakte is 5.600 m2. Wijn is onder andere bekend van zijn ontwerpen voor verschillen woon-winkelpanden in de Hoofdstraat en villa’s in De Parken.
Wanneer in 1902 één van de gebouwen achter de fabriek afbrandt, wordt besloten om een nevenvestiging te bouwen in Hattem. In Apeldoorn wordt de fabriek in 1916 vergroot naar 8.000 m2.
In de oorlogsjaren ’40-’45 vordert de Duitse bezetter de fabriek. In tien dagen moet de fabriek ontruimd worden zodat de bezetter er voortaan neergeschoten Duitse vliegtuigen kan reviseren. Na het vertrek van de Duitsers wordt de fabriek in 1946 heringericht voor de textielproductie. Al snel zijn er weer circa 500 mannen en vrouwen werkzaam in de fabrieken Apeldoorn en Hattem.
In 1960 wordt de fabriek overgenomen door het Twentse Ten Cate en wordt de naam 'Ten Cate-Tima, tricot- en kousenindustrie BV'.
Toch blijkt de productie in de loop van de decennia daarna niet op peil te houden. In 1989 moet de fabriek in Apeldoorn zijn deuren voorgoed sluiten. Er breekt een lange periode van leegstand aan. Uiteindelijk wordt het fabrieksgebouw, waarin sinds 1993 appartementen zijn gehuisvest, toegevoegd aan de gemeentelijke monumentenlijst.