Een herten- en zwijnenreservaat in Park Berg en Bos
Vanaf 1887, het jaar waarin J.C. Wils het landgoed Berg en Bos koopt, is het totale landgoed Berg en Bosch ten minste gedeeltelijk omrasterd, om te voorkomen dat het wild van de Veluwe de jonge aanplant kan aanvreten. In 1969 vindt er een omslag plaats. Dat jaar oppert het Apeldoorns college van Burgemeester en Wethouders om in Natuurpark Berg en Bos een herten- en zwijnenreservaat in te richten.
In de discussie die daarop volgt vliegen de argumenten over en weer. Tegenstanders: “Men moet geen concessies doen aan de slechte smaak van het publiek”, “Het publiek zal de zwijnen en herten gaan voeren, zodat het tam vee wordt” en “een misplaatste kermisattractie, Berg en Bos onwaardig”, “Waanzin”. Argumenten vóór: “De aantrekkelijkheid van Berg en Bos wordt vergroot” en “Men moet meer met de ogen kijken van de stadsmens; die vindt geen wild, tenzij hem dat wordt aangewezen.”.
Hoewel dus niet iedereen enthousiast is, komt het reservaat er. Een terrein van 14 hectaren ten westen van de bosweide, dat begroeid is met grove den en eikenhakhout, wordt voor ongeveer twee derde hertengebied en voor een derde zwijnengebied. Om het terrein komt een 2 meter hoge afrastering. Er doorheen loopt een natuurpad.
De nieuwe edelherten worden grotendeels uit een hertenkamp in Den Haag gehaald. Ook komt er een hinde uit Wenum Wiesel en een hert uit Emmeloord. De wilde zwijnen komen van enkele particuliere landgoedeigenaren.
Omdat er gedoe is met omrastering en hekken en het aantrekkelijke herten en zwijnenbos wel erg ver van de ingang ligt, wordt in 1993 besloten om een nieuw gebied in te richten, dichter bij de hoofdentree van Berg en Bos. Het wordt een echte publiekstrekker.
De omrastering blijft echter een punt van discussie. In 2003 wordt ze verwijderd, om het natuurpark meer op te laten gaan in het geheel van de Veluwe. Maar wanneer reeën en wilde zwijnen zich de jaren daarop ongehinderd tegoed doen aan de bloemperken in het park keren de hekken toch weer terug.
