Kleinseminarie wordt Politieacademie
In opdracht van het aartsbisdom Utrecht wordt tussen 1933 en 1935 in Apeldoorn een kleinseminarie gebouwd. In deze instelling worden jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar voorbereid op de priesteropleiding in een (groot)seminarie.
De ontwerper van dit gebouw is Jan van Hardeveld en hij is vooral beïnvloed door de Delftse School en het Nieuwe Bouwen. Kenmerkend hierbij is de toepassing van stalen vensters en een betonnen constructie gecombineerd met bakstenen gevels en flauw hellende zadeldaken gedekt met pannen.
Het gebouw bestaat uit vijftien leslokalen, vier recreatiezalen, een aula, een aparte kloosterafdeling voor zusters en een grote kapel. Ook zijn er voetbalvelden en een speelplaats. In totaal wonen hier 350 tot 400 pupillen die les krijgen van 24 priesters.
In de Tweede Wereldoorlog wordt het pand door de Duitse bezetter gevorderd en worden hier Duitse soldaten opgeleid tot vrachtwagenchauffeur voor het leger. Later in de oorlog komt hier een noodhospitaal voor burgers en militairen.
Na de Apeldoornse bevrijding op 17 april 1945 wordt een deel van het kleinseminarie gebruikt door Canadese militairen en nadat de laatste soldaten in 1946 vertrekken, wordt de priesteropleiding weer hervat. De jaren daarna daalt het aantal leerlingen flink en om die reden wordt de opleiding in 1968 stopgezet. De Politieacademie neemt zijn intrek in het gebouw en is daar nu nog steeds gevestigd.
Zowel het kleinseminarie als de kapel hebben de status van rijksmonument.