De 2 miljoenste naoorlogse woning wordt opgeleverd in Zevenhuizen

De meeste werknemers kwamen niet uit Apeldoorn zelf, maar verhuisden met hun werkgever mee. Veel van deze nieuwe Apeldoorners konden terecht in een nieuwe wijk die Zevenhuizen zou gaan heten. Deze wijk kwam ten noordoosten van de binnenstad, in een gebied wat voor die tijd voornamelijk bestaat uit landbouwgrond en industrie. Iconisch in deze wijk waren de nieuwe flats. Bijvoorbeeld de zes gebouwen aan de Parelvissersstraat; moderne hoogbouw met wel 10 verdiepingen. Een efficiënte oplossing voor de woningvraag. En met hun formaat drukten ze een grote stempel op het aangezicht van de wijk.

Moderne woningen waren niet de enige voorziening in Zevenhuizen. Zo kwam er ook veel groen: midden in de wijk ligt het Mheenpark. Dit is het grootste park van de stad waar je nog altijd terecht kunt voor vele evenementen en activiteiten. Daarnaast wilde de gemeente zijn nieuwe inwoners zo goed mogelijk opvangen met de introductie van ‘De antwoordende Keet’: een informatiekantoor in een keet op wielen. Deze zou later vervangen worden door Wijkcentrum Zevenhuizen waarin een aantal instellingen en een bibliotheek gevestigd werden.

De groei in Zevenhuizen krijgt in 1971 een feestelijk tintje. Dat jaar wordt in de nieuwbouwwijk de 2 miljoenste naoorlogse woning van het land opgeleverd. Het nationale wederopbouwproject bereikt daarmee een bijzondere mijlpaal. Minister van Volkshuisvesting Berend-Jan Udink, komt dit moment vieren met de bewoners. Aan hem de eer om de huissleutel te overhandigen.

‍