Oprichting Kamp Nieuw-Milligen
Kamp Nieuw-Milligen is een legerplaats in het dorp Nieuw-Milligen, op de grens van de gemeenten Apeldoorn en Barneveld. Het kamp is in 1860 begonnen als Remonte-depot, dat door koning Willem III ter beschikking is gesteld aan het Eerste Regiment Infanterie uit Grave. Hier worden in die tijd paarden 12 maanden lang getraind, voordat ze naar Amersfoort (cavalerie) of Tilburg (artillerie) gaan.
In afwachting van hun repatriëring wordt een deel van de door Duitsland vrijgelaten krijgsgevangenen in 1919, vlak na de Eerste Wereldoorlog, in Nieuw-Milligen opgevangen. Ook wordt de opleiding politietroepen in het kamp gevestigd.
Vlak na de Duitse inval in mei 1940 brengen de Duitsers de door hen buitgemaakte paarden in het kamp onder. In de Tweede Wereldoorlog worden veel inwoners van Uddel in Kamp Nieuw-Milligen tewerkgesteld. Na de bevrijding van Apeldoorn komt het op 17 april 1945 tot een slag tussen de Canadese troepen en de nog in het kamp achtergebleven Duitse parachutisten, waarbij aan beide zijden slachtoffers vallen.
Het kamp krijgt vanaf 1947 weer een militaire bestemming: op het terrein van Kazerne Kamp Nieuw-Milligen is het gevechts- en verkeersleidingscentrum Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) van de Luchtmacht gevestigd. De luchtruimcontrolepost is een van de drie NAVO-instellingen in Nederland.
Daarnaast is Kamp Nieuw-Milligen ook in gebruik door de Landmacht en de Koninklijke Marechaussee. In 2020 is besloten dat het Korps Mariniers ook naar Nieuw-Milligen verhuist.
Van het vooroorlogse legerkamp zijn nog de ziekenstal, enkele barakken en twee stenen gebouwen over.