Op de hoek van de Badhuisweg en de Sprengenweg wordt in de zomer van 1883 het Badhuis geopend. De gemeente neemt dit badhuis in 1903 over, waarna het verdergaat onder de naam Gemeentelijke Bad- en Zweminrichting. Het water wordt aangevoerd uit de Dorpsbeek, ook wel Badhuisbeek genoemd.
Omdat de meeste huizen in die tijd geen badkamer hebben, dient het Badhuis oorspronkelijk alleen als plek waar men kan baden. Later doet het ook dienst als zwembad en vele Apeldoorners hebben hier leren zwemmen. Dat gebeurde in de tijd overigens altijd gescheiden; mannen en vrouwen zwemmen dan niet samen. Het Badhuis heeft een eerste en tweede klasse bassin (een diep en een ondiep bad) en een buitenbad. Dit buitenzwemgedeelte is van mei tot en met oktober op werkdagen geopend; het Badhuis is op zondag altijd gesloten.
In de jaren zestig van de vorige eeuw ontwikkelt de gemeente ambitieuze plannen om een indrukwekkend stadhuis te bouwen. Als locatie wordt gekozen voor de plek van het Badhuis, dat voor die plannen moet wijken: het Badhuis wordt in 1971 gesloten en in 1978 gesloopt. Omdat de gemeentelijke bouwplannen financieel niet haalbaar blijken, ligt het terrein nog jarenlang braak. Op de plek van het oude Badhuis komen uiteindelijk geen kantoren, maar worden in de jaren negentig appartementen gebouwd. Dit complex krijgt de naam Résidence De Thermen.
De voormalige aanvoerroute van het water voor het Badhuis is in de middenberm van het laatste stuk van de Sprengenweg (vlak bij de Badhuisweg) overigens nog goed te zien. Nadat het Badhuis als zwembad moet sluiten, nemen het Boschbad, Malkander en het (inmiddels ook gesloten) Sportfondsenbad deze rol over.