Markengenootschappen vergaderen bij het Markendoel
Vele honderden jaren geleden bestaat Ugchelen uit niet meer dan een handvol boerderijen en enkele watermolens. Veruit de belangrijkste voedselbron is landbouw. Een groot deel van die landbouw heeft plaats op gemeenschappelijke grond, de 'markegronden'.
Markegenootschappen, kortweg marken, zijn vanaf circa 1200 tot 1860 belangrijke instellingen op het platteland. Op de markegronden gelden onderlinge afspraken over het grondgebruik en elke mark heeft zijn eigen regels en een eigen rechtspraak om die regels te handhaven. De belangrijkste landeigenaar van het dorp wordt meestal als voorzitter van het genootschap gekozen.
De Ugchelermark beslaat vooral het gebied westelijk van Ugchelen en grenst aan drie andere marken: de Order-, de Worminger- en de Engelandermark. De plek waar de grenzen van deze vier marken elkaar kruisen, wordt gemarkeerd door een kleine heuvel (de ’s-Grevenberg), waarop een paal is geslagen: het markendoel. Op deze plek komen in die tijd elk jaar de boeren in markegenootschappen bij elkaar om uit te maken wie dat jaar welk stuk van de mark mag gebruiken.
Omdat het landsbestuur vindt dat de marken een moderne manier van landbouw in de weg staan, worden deze in de negentiende eeuw langzaam maar zeker opgeheven. De markegronden worden dan onderling verdeeld en/of verkocht.
De heuvel waar het markendoel geslagen is, is er sinds 1994 niet meer. Het enige dat daar nog aan die belangrijke historische plek herinnert, is de straatnaam Markendoel.