Oprichting van rijwielfabriek Sparta
Aan de Badhuisweg in Apeldoorn wordt in 1917 de firma ‘Verbeek en Schakel, grossierderij in rijwielen en onderdelen’ opgericht. Beide oprichters willen niet alleen fietsen verkopen, maar ook maken en daarom nemen ze datzelfde jaar van een handelaar uit Nijmegen drie fietsmerken over: Romein, Het Vaandel en Sparta. Wanneer Verbeek in 1918 naar Hilversum vertrekt, blijft Schakel als enige directeur over.
De vraag naar fietsen in Nederland is in de jaren twintig van de vorige eeuw bijna onverzadigbaar en binnen enkele jaren heeft Schakel een gebreid assortiment rijwielen en bakfietsen. De fabriek op de hoek van de Hoofdstraat en Badhuisweg wordt te klein en om die reden koopt Schakel in 1927 landgoed Driehuizen aan de Waterloseweg. Daar verrijst datzelfde jaar nog ‘Sparta Rijwielfabriek’, waar fietsen gemaakt worden van Sparta-frames en ingekochte of zelf gefabriceerde onderdelen.
In 1928 werken er 55 mensen bij Sparta die samen zo’n 7.500 rijwielen per jaar afleveren, van gewone fiets en dienstfiets tot transport- en bakfiets. Drie jaar later worden door Sparta de eerste fietsen voorzien van een motor. Omdat in de crisisjaren maar weinig mensen zich een auto kunnen veroorloven, neemt in de jaren dertig de productie van betaalbare motor- en motorbakfietsen een enorme vlucht. Vanaf dat moment wordt Sparta de belangrijkste producent van lichte motorrijwielen in Nederland. Na de oorlog groeit de motorproductie nog verder en Sparta levert in die jaren ook honderden motoren voor export aan het buitenland.
Wanneer de welvaart toeneemt, komt voor steeds meer Nederlanders de droom van een eigen auto zoals een DAF, Volkswagen Kever of Fiat 500 binnen handbereik en daalt de populariteit van de motorfiets. Nadat in 1961 de laatste Sparta-motor verkocht wordt, maakt Sparta alleen nog fietsen - al dan niet met elektrische ondersteuning.