Ingebruikname van de Koning Willem III-Kazerne
Burgemeester Quarles van Ufford schenkt in 1937 een stuk van het Orderbos aan het ministerie van Binnenlandse Zaken dat daar een legeringscomplex laat bouwen. Het complex dat de naam Koning Willem III-kazerne krijgt, wordt op 10 mei 1939 officieel en feestelijk in gebruik genomen.
Een jaar later nemen de Duitse bezetters de kazerne over; ook bouwen ze schuilkelders en kappen ze tal van bomen om een beter schootsveld te creëren. Na de slag om Arnhem, tussen 17 en 25 september 1944, fungeert de kazerne een maand lang als ‘Airborne Military Hospital’. Daarna doet de kazerne dienst als gevangenis: vele verzetshelden, helpers en onderduikers die door de ‘Sicherheitsdienst’ zijn opgepakt, worden hier gevangen gehouden.
Samuel Esmeijer en Frank van Bijnen zitten allebei bij het verzet en voeren op 28 november 1944 een verkenningsactie uit om de gevangenen te bevrijden. Tijdens deze actie worden ze echter door de Duitsers betrapt en omgebracht, die als represaille op 2 december dertien gevangenen executeren. Het zwerfkeien-monument aan de Sportlaan schuin tegenover de hoofdingang van de kazerne, herinnert aan deze wandaad.
Na de oorlog wordt in 1945 de eerste lichting dienstplichtige marechaussees op de Koning Willem III-kazerne opgeleid bij het Depot Koninklijke Marechaussee. Vanaf 1948 krijgen ook beroepsmilitairen hier hun opleiding. Sinds in 1996 de dienstplicht is opgeschort, is het Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum van de Koninklijke Marechaussee de enige gebruiker van de Koning Willem III-kazerne.