Daniel de Jongh begint een Kopermolen in Wiesel
De Rotterdamse koperhandelaar Daniel Davidzoon de Jongh koopt in 1753 de Pannekoekmolens (vernoemd naar de eerste eigenaar) en de papiermolen op de Wildkamp. Hij bouwt deze molens vervolgens om tot kopermolens, die de naam Rotterdamse Kopermolen krijgen. Op het terrein bouwt hij een eenvoudig buitenhuis. Naast het huis wordt een park met lanen aangelegd en langs de Zwolseweg komt een klein sterrenbos.
Na het overlijden van De Jongh (1796) neemt zijn neef en naamgenoot het bedrijf over. Hij breidt het woonhuis uit met twee grote vleugels van twee verdiepingen. Ook legt hij een tuin met een nieuwe vijver aan, die de naam de Nieuwe Partij krijgt.
Halverwege de negentiende eeuw stopt de koperpletterij en vestigt zich op die plaats de Fabriek van houtbewerking, later bekend als de Apeldoornse Luciferfabriek. In die tijd wordt nog een extra vijver aangelegd, waarschijnlijk om het hout te wateren voordat het gezaagd wordt.
De buitenplaats wordt in 1887 verkocht en krijgt de naam Eikenhorst. Het oorspronkelijke landhuis wordt in 1916 gesloopt en vervangen door een huis dat dichter bij de Zwolseweg staat. Ook dit huis is inmiddels gesloopt. Wat wel bewaard zijn gebleven, zijn het koetshuis uit 1803 en de boerderij met toegangshek uit 1728. Op het terrein zijn de vijvers en de grote waterval van de watermolen nog aanwezig.